Omgeving

1.????? Project Nr

Iedere berekening kan voorzien worden van een voor uw bedrijf relevant project nummer. Het dient enkel en alleen om de uitvoer herkenbaar te maken voor u en uw klant. Hetzelfde geldt voor de …

2.????? Omschrijving (Description)

Een vrij in te voeren tekst, die de uitvoer herkenbaar maakt.

3.????? Het land (Country)

Het programma voorziet op dit moment alleen in de Nederlandse omstandigheden. Als eenmaal de benodigde waarden voor andere Europese landen bekend zijn, zullen ook die opgenomen worden.

4.????? Topografische factor (Topogr. Factor)

De norm NEN-EN 40-3-1, par. 5.2.5 stelt dat alleen in speciale omstandigheden de topografische factor een andere moet zijn dan 1.0, in het invoer scherm altijd de voorgegeven waarde. Meestal zal de klant bepalen, dat die faktor anders moet zijn in zijn/haar specifieke situatie.

5.????? PLF Class (Partial Load Factor Class)

De norm kent twee klassen voor masten: Een klasse A mast is berekend op een wat hogere windlast dan klasse B masten. De klant zal moeten bepalen voor welke klasse de mast berekend moet worden. Als deze klasse niet bekend is, moet klasse A gehanteerd worden.

6.????? Windsnelheidgebieden (Windspeed area)

De basis voor de berekening van de windbelastig is de windsnelheid (in m/s). Nederland kent drie onderscheiden gebieden:

  1. omvat het Markermeer, de waddeneilanden en Noord-Holland ten noorden van de gemeenten Heemskerk, Uitgeest, Wormerland, Purmerend en Edam-Volendam.
  2. Groningen, Friesland,Flevoland, de overige Noord-Hollandse gemeenten, Zuid-Holland en Zeeland.
  3. Drenthe, Overijsel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg.

7.????? Terrein categorie (Terrain Category)

Deze wordt omschreven in NEN-EN 40-3-1, blz. 8, tabel 1. Deze komt er op neer, dat in vlak open terrein de wind vrij spel heeft en dat de bebouwde gebieden windstiller zijn.

8.????? De positie van de mast boven het maaiveld (Site altitude)

Normaal gesproken staat de mast op het maaiveld en is dat ook het referentievlak voor de berekening van de windsnelheid. Maar soms kan een mast hoger staan: bijvoorbeeld op een brug of gebouw, zoals de rechter mast op de foto hiernaast. In dat geval moet de windkracht berekend worden vanaf de brughoogte.